Otto Eerelmanstraat 9A


Salomo Sanders

Geboren: 17 juli 1889, Wildervank
Laatste adres: Otto Eerelmanstraat 9a, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork: 15 juni 1943
Vermoord: 7 juli 1944, Auschwitz

Salomo Sanders is de 5e van 6 kinderen uit het huwelijk van Heiman Sanders en Frouwke Pos. Heiman Sanders is winkelier in Veendam. Hij herstelt kapotte paraplu’s en verdient voornamelijk de kost door in meubels te handelen. Vanwege zijn hoge leeftijd leest hij thuis de krant over boedeldagen en laat hij het meubilair per paard en wagen aanvoeren. Het gaat hem niet om antiek, maar om nog goed te gebruiken tafels, kabinetten of stoelen. Zijn nog enig thuiswonende kind Eva helpt hem met deze handel. Heiman heeft last van bevende handen en gebruikt een speciaal kopje met een hoge, smalle opstand, opdat hij zonder morsen kan drinken. Door de plaatselijke jeugd wordt hij oneerbiedig wel Heiman “Tril” genoemd. Dertig jaar is hij vicevoorzitter van het Israëlitisch Armenbestuur.

De foto toont het gezin omstreeks 1897. De verhoudingen van de leeftijden inschattend staat links voor Sara Jetta, 8 jaar, rechts daarvan Eva, 10 jaar, Moeder Frouwke, Comprecht, 17 jaar, Vader Heiman, voor Salomon, 8 jaar, achter Herman 15 jaar en rechts Jacob, 13 jaar of allemaal nog jaartje jonger.
Het gezin woont in Wildervank.

Salomo wordt in augustus 1901 toegelaten tot de ulo in Wildervank.

Via privaatlessen en zelfstudie ontwikkelt hij zich tot meubelmaker, een vak waarin later een zoon (Guus Sanders) van zijn neef Comprecht, zich met ‘Sanders Meubelstad’ onderscheidt. Salomo woont vanaf 1908 op het Boterdiep in Groningen. Daarna is hij reislustig: in 1913 zit hij korte tijd in Den Haag en vertrekt op 18 september naar Parijs. Hij vestigt zich in 1914 als winkelbediende in Amsterdam aan de Nieuwe Heerengracht 35hs En verhuist via Tiel naar Den Haag. In 1919 woont hij weer in Amsterdam, als vertegenwoordiger van de Ned. Aziatische Handelsmaatschappij; hij verkoopt allerlei gevlochten matten en serviesgoed. Hij heeft een zogenaamde monsterkamer, met oosters porselein.

Zijn broers zijn ook actief bij de Ned. Aziatische Handelsmaatschappij; zijn broers Comprecht en Jacob Heiman als directeur en zijn broer Herman als Commissaris. Herman is directeur bij de CP Polak Ranja fabriek en woont aan de Verlengde Hereweg 146.

In Amsterdam ontmoet Salomo Betsie Elmire Fernandes, geboren in Paramaribo. Zij is kantoorbediende. Betsie en Salomo verloven zich op 15 juli 1923.

Salomo gaat terug naar Groningen op 18 augustus 1920. Hij is dan nog steeds koopman. Salomo trouwt op 10 januari 1924 in Amsterdam met Betsie. Betsie trekt bij hem in aan de Wassenberghstraat 7. Daar krijgen zij hun twee dochters: in 1926 Frouwke en drie jaar later Helena Commy. Het huis wordt te klein en ze verhuizen op 30 april 1930 naar de Otto Eerelmanstraat 9A.

In 1943 krijgt Salomo een brief om zich op een Duits hoofdkantoor in Amsterdam te melden. Het gezin leeft in de veronderstelling dat er niets met hen kan gebeuren. Betsie Elmire geeft aan dat zij en de kinderen met Salomo naar Amsterdam zullen gaan. Daardoor kunnen ze bij elkaar blijven. Dat leidt direct naar Westerbork. Brieven uit die tijd geven aan dat zij geen persoonlijke bezittingen bij zich hebben wanneer zij in Westerbork aankomen en daarna via Theresienstadt naar Auschwitz worden getransporteerd.

Salomo Sanders, Betsie Sanders-Fernandes en de jongste dochter worden op 7 juli 1944 in Auschwitz vermoord. Salomo is 55, Betsy 51 en Helena 15 jaar oud geworden. Frouwke maakte vermoedelijk de bevrijding van Auschwitz mee (27 januari 1945), maar sterft op 28 februari 1945 op een onbekende plaats. Zij is 18 jaar geworden.

 


Betsie Elmire Sanders-Fernandes

Geboren, 9 maart 1893, Paramaribo (Suriname)
Laatste adres: Otto Eerelmanstraat 9a, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork: 15 juni 1943
Vermoord: 7 juli 1944, Auschwitz

Betsie Elmire is de dochter van Uria Fernandes (1860) en Sera Helena Gompers (1870). Haar vader is slager.

Nadat haar moeder jong overlijdt in Paramaribo, volgt Betsie haar zus Selly naar Europa. In Amsterdam woont ze bij Mohrmann (Hobbemastraat 10) en vanaf 27 december1920 bij Mogendorff (A.C. Ruysdaelstraat 32).

Betsie trouwt op 10 januari 1924 in Amsterdam met Salomo Sanders. Hij komt uit Wildervank en is handelsreiziger.
Zij krijgen twee kinderen: Frouwke (Groningen, 21 mei 1926) en Helena Commy (Groningen, 24 mei 1929).

Betsie Elmire wordt door een nabestaande getypeerd als een vrouw die weet wat ze wil. Zij is voor haar huwelijk kantoorbediende, maar na haar trouwen is zij een huismoeder die haar dochters streng opvoedt. De kinderen zitten op een goede school en Betsie Elmire vindt het -in de herinnering van deze nabestaande – belangrijk dat haar dochters omgaan met kinderen uit deftige gezinnen.

In 1943 krijgt Salomo een brief om zich op een Duits hoofdkantoor in Amsterdam te melden. Het gezin leeft in de veronderstelling dat er niets met hen kan gebeuren. Betsie Elmire geeft aan dat zij en de kinderen met Salomo naar Amsterdam zullen gaan. Daardoor kunnen ze bij elkaar blijven. Dat leidt direct naar Westerbork. Brieven uit die tijd geven aan dat zij geen persoonlijke bezittingen bij zich hebben als zij in Westerbork aankomen en daarna via Theresienstadt naar Auschwitz worden getransporteerd.

Betsie Sanders-Fernandes, Salomo Sanders en de jongste dochter worden op 7 juli 1944 in Auschwitz vermoord. Salomo is 55, Betsy 51 en Helena 15 jaar oud geworden. Frouwke maakt vermoedelijk de bevrijding van Auschwitz mee (27 januari 1945), maar sterft op 28 februari 1945 op een onbekende plaats. Zij is 18 jaar geworden. 

 


Frouwke Sanders

Geboren: 21 mei 1926, Groningen
Laatste adres: Otto Eerelmanstraat 9a, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork: 15 juni 1943
Bezweken: 28 februari 1945, omgeving Auschwitz

Helena Commy en Frouwke

Frouwkes vader Salomo Sanders is koopman. Hij woont sinds 2 november 1923 op Wassenberghstraat 7. Twee maanden later komt daar ook Frouwkes moeder wonen: Betsie Elmire Fernandes, die op 10 januari 1924 in Amsterdam met Salomo trouwt.

Frouwke wordt op 21 mei 1926 geboren en zusje Helena Commy op 24 mei 1929. Het huis wordt te klein en ze verhuizen op 30 april 1930 naar de Otto Eerelmanstraat 9a.

De kinderen zitten op een goede school en moeder Betsie Elmire vindt het – althans volgens een ooggetuige/nabestaande – belangrijk dat haar dochters omgaan met kinderen uit deftige gezinnen.

Frouwke kan goed leren en is een bijdehandje. In 1943, Frouwke zit in de laatste klas van de middelbare school, krijgt Salomo een brief om zich op een Duits hoofdkantoor in Amsterdam te melden. Het gezin leeft in de veronderstelling dat er niets met hen kan gebeuren. Betsie Elmire geeft aan dat zij en de kinderen met Salomo naar Amsterdam zullen gaan. Daardoor kunnen ze bij elkaar blijven. Dat leidt direct naar Westerbork. Brieven uit die tijd geven aan dat zij geen persoonlijke bezittingen bij zich hebben als zij in Westerbork aankomen en daarna via Theresienstadt naar Auschwitz worden getransporteerd.

Betsie Sanders-Fernandes, Salomo Sanders en Helena Commy worden op 7 juli 1944 in Auschwitz vermoord. Salomo is 55, Betsy 51 en Helena 15 jaar oud geworden. Frouwke maakt vermoedelijk de bevrijding van Auschwitz mee (27 januari 1945), maar sterft op 28 februari 1945 op een onbekende plaats. Zij is 18 jaar geworden. 

 


Helena Commy Sanders

Geboren: 24 mei 1929, Groningen
Laatste adres: Otto Eerelmanstraat 9a, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork: 15 juni 1943
Vermoord: 7 juli 1944, Auschwitz

Helena Commy en Frouwke

Helena’s vader Salomo Sanders is koopman. Sinds 2 november 1923 woont hij op Wassenberghstraat 7. Twee maanden later komt daar ook Helena’s moeder wonen: Betsie Elmire Fernandes. Salomo en Betsie trouwen op 10 januari 1924 in Amsterdam.

Helena Commy is op 24 mei 1929 geboren. Ze heeft dan een ouder zusje, Frouwke van 3 jaar. Het huis aan de Wassenberghstraat wordt te klein en ze verhuizen op 30 april 1930 naar de Otto Eerelmanstraat 9a.

De kinderen zitten op een goede school en moeder Betsie Elmire lijkt het volgens een nabestaande/ooggetuige belangrijk te vinden dat haar dochters omgaan met kinderen uit deftige gezinnen.
Heleentje wordt door deze nabestaande getypeerd als een heel leuk kind.

In 1943 krijgt Salomo een brief om zich op een Duits hoofdkantoor in Amsterdam te melden. Het gezin leeft in de veronderstelling dat er niets met hen kan gebeuren. Betsie Elmire geeft aan dat zij en de kinderen met Salomo naar Amsterdam zullen gaan. Daardoor kunnen ze bij elkaar blijven. Dat leidt direct naar Westerbork. Brieven uit die tijd geven aan dat zij geen persoonlijke bezittingen bij zich hebben als zij in Westerbork aankomen en daarna via Theresienstadt naar Auschwitz worden getransporteerd.

Betsie Sanders-Fernandes, Salomo Sanders en Helena Commy worden op 7 juli 1944 in Auschwitz vermoord.

Salomo is 55, Betsy 51 en Helena 15 jaar oud geworden.

Frouwke maakt vermoedelijk de bevrijding van Auschwitz mee (27 januari 1945), maar sterft op 28 februari 1945 op een onbekende plaats. Zij is 18 jaar geworden.