Wassenberghstraat 49A*


Izäak ter Berg*

Geboren: 21 april 1903, Leeuwarden
Laatste adres: Wassenberghstraat 49a, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork: 14 januari 1944
Vermoord: 6 maart 1944, Auschwitz

Izäak ter Berg is de oudste zoon van Nathan ter Berg en Henriette de Jonge. Hij heeft twee jongere broers: Noach Robert (1906) en Jozef (1910). Vader Nathan is hoofdbesteller bij de P.T.T. Het gezin woont in ieder geval vanaf 1 januari 1921 op het adres Coehoornsingel 36a in Groningen. Op 5 maart 1929 verhuizen zij naar de Prinsesseweg 28a in Groningen. Izäak is dan kantoorbediende. Zijn broers zijn reiziger in zeepwaren (Nico) en magazijnbediende (Jozef).

Izäak trouwt op 7 maart 1935 in Arnhem met Margo Antje van Wijngaarden. Margo is op 24 april 1902 in Ede geboren als dochter van Hendrik van Wijngaarden en Goolieda Geerink. Margo heeft nog twee jongere zusjes: Antje en Gesina Maria. Het gezin is niet Joods.

Margo heeft, voordat zij op 32-jarige leeftijd met Izäak trouwt, al een heel leven achter zich. Zij trouwt, net 18 jaar oud, op 21 mei 1920 in Arnhem met de dertigjarige musicus Engelbart Martin Marie Spijker. Margo en haar man krijgen een zoon Hendrik Engelbert Mari Spijker die op 14 augustus 1926 in Arnhem op vierjarige leeftijd overlijdt.
Na de dood van hun zoontje scheidt Margo van haar man. Ze gaat in 1928 aan de Stoeldraaierstraat 5a in Groningen wonen. In dat huis ontmoet zij accountant Douwe Jan de Jong en met hem woont zij vanaf 9 november 1928 een kleine maand in het hotel van Karst Karsten in Norg. Op 3 december 1928 verhuizen zij naar Jozef Israëlsstraat 20 in Groningen. Op 8 december 1929 gaan zij uit elkaar. Margo gaat terug naar haar ouders in Arnhem.

Hoe Margo en Izäak elkaar hebben leren kennen, is niet duidelijk. Sinds zijn huwelijksdatum staat Izäak ingeschreven op het adres Wassenberghstraat 49a te Groningen.
Van beroep is hij inmiddels accountant. Uit de registratie van het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen lijkt hij betrokken te zijn bij het verzet, maar daarover is verder niets bekend.

Izäak is op 6 oktober 1942 in Kamp Westerbork ingeschreven als “verhuisd”. Omdat hij getrouwd is met Margo die Nederlands Hervormd is, en hij dus gemengd gehuwd is1, wordt hij op 22 juli 1943 ontslagen uit Kamp Westerbork. Het lijkt waarschijnlijk dat hij daarna onderduikt. In december 1943 pakt de S.D hem op en zet hem gevangen in het Huis van Bewaring in Groningen. In januari 1944 volgt voor de tweede keer deportatie naar Westerbork. Maar nu komt hij als onderduiker in de strafbarak. Op 3 maart 1944 gaat hij op straftransport naar Auschwitz, waar hij meteen bij aankomst wordt vermoord.

Zijn vrouw Margo staat op 8 oktober 1942 in kamp Westerbork geregistreerd. Er is geen datum van uitschrijving, waarschijnlijk is ze ontvlucht of vrijgelaten als niet Joodse vrouw en ondergedoken2.

Op 11 juni 1945 woont Margo weer in de Wassenberghstraat 49a, niet als hoofdbewoner, maar als inwonend bij hoofdbewoner Hermann Gross. Ze onderneemt verschillende pogingen om te achterhalen wat er met haar man is gebeurd. Ze krijgt berichten van het Informatiebureau van Het Nederlandse Rode Kruis over een vermoedelijke sterfdatum, maar geen verdere informatie over het lot van haar man. Uiteindelijk krijgt ze in 1948 een officieel overlijdensbericht van de gemeente Groningen na een beschikking van het Gerechtshof in Leeuwarden. Margo hertrouwt op 18 november 1948 met Hermann Gross. Zij noemt zich in de huwelijksadvertentie “weduwe van I. ter Berg”.

Van het ouderlijk gezin van Izäak ter Berg overleven alleen zijn broer Jozef en de dochter van zijn broer Noach Robert de oorlog.

——————–

1 Verhuizing naar Westerbork is een wat eufemistische term, maar gemengd gehuwden worden overgebracht naar diverse werkkampen, waaronder Westerbork, in afwachting van nadere vaststellingen en beslissingen door de Duitse autoriteiten. In ieder geval is het niet meteen de bedoeling om hen te deporteren, vandaar kennelijk de eufemistische term ‘verhuizing’. (informatie R. Schütz, Oorlogsnazorg, Het Nederlandse Rode Kruis)

2 Volgens gegevens van R. Schütz van Het Nederlandse Rode Kruis overleeft zij de oorlog als onderduiker, maar waar dat op gebaseerd is, is niet duidelijk.