Herman Colleniusstraat 52


Pieter Berend Venema

Geboren: 3 januari 1897, Groningen
Laatste adres: Herman Colleniusstraat 52, Groningen
Gefusilleerd: 25 september 1944, Westerbork

Pieter Venema wordt op 3 januari 1897 in Groningen geboren als zoon van de bloemist Gerhardus Venema en Roelfina Wijgerts.
Pieter is van beroep handelaar-grossier in auto-onderdelen. Zijn bedrijf is gevestigd aan het Zuiderdiep in de stad.
Hij trouwt met Johanna Adriana Steenmeijer. Het echtpaar krijg drie kinderen, twee dochters en een zoon.
Pieter is reserveofficier in het Nederlandse leger. Dat is waarschijnlijk de reden dat hij betrokken raakt bij de verzetsactiviteiten van de OD (Ordedienst).
De leden van de OD zijn voornamelijk beroeps- en dienstplichtige militairen en geestverwante burgers. Het is in het begin van de oorlog de grootste anti-Duitse verzetsorganisatie. Aanvankelijk pleegt de organisatie actief sabotage, maar na tegenslagen waarbij veel OD leden worden opgepakt, richt de organisatie zich vooral op hulp aan onderduikers.
Pieter Venema is ook actief in het Nationaal Steunfonds. Deze relatief minder bekende maar zeer belangrijke verzetsorganisatie richt zich op financiële ondersteuning van de achtergebleven gezinnen van de zeevarenden van de koopvaardij, oud-militairen en onderduikers. Later steunt het fonds ook verzetsorganisaties zoals de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). Verder gaat er geld naar de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, de Ordedienst (OD), de Landelijke Knokploegen (LKP), de Illegale pers, de Persoonsbewijzencentrale (PBC) en de Raad van Verzet (RVV). De Spoorwegstaking van 1944 wordt voor een groot deel door de NSF bekostigd.
Om dit alles te kunnen financieren pleegt de organisatie onder meer de grootste bankfraude ooit in de Nederlandse geschiedenis.
In de avond van 22 september 1944 wordt Pieter Venema na verraad thuis gearresteerd door de SD en gevangengezet in het Scholtenshuis. Dat was een ongelukkig toeval, want Pieter sliep al lange tijd niet meer thuis. Tegen zijn 11-jarige zoon Peter zegt hij, dat hij even mee moet, maar dat hij gauw weer thuis zal zijn. Zoon Peter ziet zijn vader voor het laatst, fietsend door de straat met links en rechts twee handlangers van de bezetter op weg naar het Scholtenshuis.
Enkele dagen later, op 25 september 1944 wordt hij gefusilleerd in Westerbork.
Dit lot ondergaan ook andere leden van het NSF, waaronder oprichter en leider van het NSF in Noord-Nederland Iman Jacob van den Bosch.
Het gezin Venema wordt als strafmaatregel uit hun huis aan de Herman Colleniusstraat gezet. Noodgedwongen wonen ze enige tijd bij familieleden en bekenden op verschillende adressen in Groningen, totdat ze in december in 1944 weer herenigd worden in een woning aan de HW Mesdagstraat.
In april 1945, na de bevrijding van de stad, kunnen ze terug in hun door gevluchte Duitse militairen in wanorde achtergelaten huis.