H.W. Mesdagstraat 75


Julius van Essen

Geboren: 3 juli 1884 in Dalfsen
Laatste adres: H.W. Mesdagstraat 75, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork op 12 juli 1943
Vermoord in Sobibor op 23 juli 1943

Julius van Essen is in Dalfsen geboren als zoon van Salomon van Essen en Sophia Joles. Op 30 juni 1914 trouwt hij in Zwolle met Vrouwtje Frank (dochter van Joël Mozes Frank en Leentje van der Velde), die op 11 december 1891 in die stad is geboren. Op dat moment heeft Julius het beroep van kantoorbediende. Zijn schoonvader is koopman.

In Groningen woont het gezin Van Essen vanaf 30 april 1928 in de H.W. Mesdagstraat 75. Van Essen heeft nu als beroep vertegenwoordiger en later werkt hij als boekhouder bij R.S. Stokvis & Zn.

Julius en Vrouwtje krijgen 2 zonen. Salomon Joël wordt op 18 mei 1915 in Groningen geboren en zijn broer Joël Mozes op 24 september 1916, ook in Groningen.

Julius werkt sedert juli 1942 in Groningen bij de afdeling Sociale zorg van de Joodsche Raad. Ook zijn vrouw werkt bij de Joodsche Raad in Groningen als hulp in de huishouding, huishoudster en als ziekenbezoekster.

Op 15 april 1943 verhuizen zij gedwongen naar Amsterdam, Tugelaweg 43, 2 hoog.
Van dit adres worden zij op 12 juli 1943 naar Westerbork en vervolgens op 20 juli 1943 met het laatste transport naar Sobibor gedeporteerd. Dit was een transport van medewerkers van de Joodsche Raad. Op de razzialijst (nr. 22) staan zij beiden vermeld met als adres H.W. Mesdagstraat 75, Groningen.

De twee zonen wonen op het moment van het gedwongen vertrek naar Amsterdam niet meer in het ouderlijk huis. Beide zonen overleven de oorlog niet. Salomon Joël wordt in Auschwitz vermoord en Joël Mozes bezwijkt in Bergen-Belsen.

Julius (59 jaar)( wordt op dezelfde dag als zijn vrouw (51 jaar) in Sobibor vermoord.

 


Vrouwtje van Essen – Frank

Geboren: 11 december 1891, Zwolle
Laatste adres: H.W. Mesdagstraat 75, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork, 12 juli 1943
Vermoord: 23 juli 1943, Sobibor

Vrouwtje van Essen is in Zwolle geboren als dochter van Joël Mozes Frank en Leentje van der Velde. Op 30 juni 1914 trouwt zij in Zwolle met Julius van Essen (zoon van Salomon van Essen en Sophia Joles), die op 3 juli 1884 in Dalfsen is geboren. Haar vader Joël Frank is koopman en haar man heeft het beroep van kantoorbediende.

In Groningen woont het gezin Van Essen vanaf 30 april 1928 in de H.W. Mesdagstraat 75. Van Essen heeft nu als beroep vertegenwoordiger en later staat hij als boekhouder bij R.S. Stokvis & Zn te boek.

Vrouwtje en Julius krijgen 2 zonen: Salomon Joël (roepnaam Leo) wordt op 18 mei 1915 in Groningen geboren en zijn broer Joël op 24 september 1916, ook in Groningen. Leo doet zijn bar mitswa op 2 juni 1928. De aankondiging daarvan in de Joodsche Jeugdkrant bevat zijn portret.

Vrouwtje is vanaf 1915 actief binnen de Groningse afdeling van de Nederlandse Zionistenbond. In 1917 wordt ze er benoemd tot ‘commissaresse’ van het Joods Nationaal Fonds. Het fonds zamelt gelden in voor de aankoop van grond in Palestina. Tot april 1940 zet Vrouwtje zich als inzamelingscoördinator zeer in, hetgeen blijkt uit de regelmatige en nauwkeurige verantwoording van de ingekomen giften.

In de betreffende overzichten, die in de Joodsche Wachter gepubliceerd worden, is goed te zien wie in Groningen de Zionistische gedachte steunen. Ook de echgenoot en oudste zoon Leo van mevrouw Van Essen horen bij de gevers. Met de “Busjes” wordt aan de deur gecollecteerd, ook door kinderen.

In de oorlog werkt Vrouwtje voor de Joodsche Raad in Groningen als hulp in de huishouding, huishoudster en ziekenbezoekster. Ook Julius werkt dan voor de Joodsche Raad in Groningen bij de afdeling Sociale zorg.

Op 15 april 1943 verhuizen zij gedwongen naar Amsterdam, Tugelaweg 43, 2 hoog. Van dit adres worden zij op 12 juli naar Westerbork en vervolgens op 20 juli 1943 met het laatste transport naar Sobibor gedeporteerd. Dit is een transport van medewerkers van de Joodsche Raad. Op de razzialijst (nr. 22) staan zij beiden vermeld met als adres H.W. Mesdagstraat 75, Groningen.

Beide zonen wonen op het moment van hun gedwongen vertrek naar Amsterdam niet meer in het ouderlijk huis. Ook zij overleven de oorlog niet. Leo woont met zijn echtgenote Duifje Denneboom in Leek. Ze worden in Auschwitz vermoord. Joël is land¬arbeider in Franeker. Hij bezwijkt in Bergen-Belsen.

Vrouwtje (51 jaar) wordt op dezelfde dag als haar man (59 jaar) in Sobibor vermoord.